Informatie over het woord ontsmetten (Nederlands → Esperanto: malinfekti)

Synoniem: desinfecteren

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ɔntˈsmɛtə(n)/
Afbrekingont·smet·ten

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) ontsmet(ik) ontsmette
(jij) ontsmet(jij) ontsmette
(hij) ontsmet(hij) ontsmette
(wij) ontsmetten(wij) ontsmetten
(jullie) ontsmetten(jullie) ontsmetten
(gij) ontsmet(gij) ontsmettet
(zij) ontsmetten(zij) ontsmetten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) ontsmette(dat ik) ontsmette
(dat jij) ontsmette(dat jij) ontsmette
(dat hij) ontsmette(dat hij) ontsmette
(dat wij) ontsmetten(dat wij) ontsmetten
(dat jullie) ontsmetten(dat jullie) ontsmetten
(dat gij) ontsmettet(dat gij) ontsmettet
(dat zij) ontsmetten(dat zij) ontsmetten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
ontsmetontsmet
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
ontsmettend, ontsmettende(hebben) ontsmet

Voorbeelden van gebruik

Daarna ontsmette ik de plaats van de wond.
Nadat hij de handen en de armen heeft gewassen en ontsmet, begint Kriss te opereren.

Vertalingen

Duitsdesinfizieren
Engelsdisinfect
Esperantomalinfekti; desinfekti; seninfektigi; seninfekti
Spaansdesinfectar
Tsjechischdezinfikovat
Zweedsdesinficera