Synoniemen: bijdoen, bijmengen, bijvoegen, toevoegen
Woordsoort | werkwoord |
---|
Uitspraak | /ˈtuɣevə(n)/ |
---|
Afbreking | toe·ge·ven |
---|
Vervoeging
Aantonende wijs |
---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
---|
(ik) geef toe | (ik) gaf toe |
(jij) geeft toe | (jij) gaf toe |
(hij) geeft toe | (hij) gaf toe |
(wij) geven toe | (wij) gaven toe |
(jullie) geven toe | (jullie) gaven toe |
(gij) geeft toe | (gij) gaaft toe |
(zij) geven toe | (zij) gaven toe |
Aanvoegende wijs |
---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
---|
(dat ik) toegeve | (dat ik) toegave |
(dat jij) toegeve | (dat jij) toegave |
(dat hij) toegeve | (dat hij) toegave |
(dat wij) toegeven | (dat wij) toegaven |
(dat jullie) toegeven | (dat jullie) toegaven |
(dat gij) toegevet | (dat gij) toegavet |
(dat zij) toegeven | (dat zij) toegaven |
Gebiedende wijs |
---|
Enkelvoud/Meervoud | Meervoud |
---|
geef toe | geeft toe |
Deelwoorden |
---|
Tegenwoordig deelwoord | Verleden deelwoord |
---|
toegevend, toegevende | (hebben) toegegeven |