Informatie over het woord dichtmetselen (Nederlands → Esperanto: fermi masone)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈdɪxtmɛtsələ(n)/
Afbrekingdicht·met·se·len

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) metsel dicht(ik) metselde dicht
(jij) metselt dicht(jij) metselde dicht
(hij) metselt dicht(hij) metselde dicht
(wij) metselen dicht(wij) metselden dicht
(jullie) metselen dicht(jullie) metselden dicht
(gij) metselt dicht(gij) metseldet dicht
(zij) metselen dicht(zij) metselden dicht
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) dichtmetsele(dat ik) dichtmetselde
(dat jij) dichtmetsele(dat jij) dichtmetselde
(dat hij) dichtmetsele(dat hij) dichtmetselde
(dat wij) dichtmetselen(dat wij) dichtmetselden
(dat jullie) dichtmetselen(dat jullie) dichtmetselden
(dat gij) dichtmetselet(dat gij) dichtmetseldet
(dat zij) dichtmetselen(dat zij) dichtmetselden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
metsel dichtmetselt dicht
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
dichtmetselend, dichtmetselende(hebben) dichtgemetseld

Voorbeelden van gebruik

Daarmee begon ik met behulp van mij troffel haastig de ingang van de nis dicht te metselen.
Vroeger wel, maar ze zijn dichtgemetseld.

Vertalingen

Esperantofermi masone