Informatie over het woord dommelen (Nederlands → Esperanto: dormeti)

Synoniemen: doezelen, soezen, druilen, dutten, sluimeren, suffen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈdɔmələ(n)/
Afbrekingdom·me·len

Voorbeelden van gebruik

Heeft hij nu en dan niet een beetje zitten dommelen?

Vertalingen

Duitsschlummern; halb wachen; halb schlafen
Engelsdoze; drowse
Esperantodormeti; duondormi
Faeröersdurva
Franstomber de sommeil
Portugeescochilar; dormitar
Saterfriesdöösje; duusje; slummerje
Spaansechar la siesta
Welscyntun
Westerlauwers Friesdodzje; suffe