Informatie over het woord opschonen (Nederlands → Esperanto: netigi)

Synoniemen: fatsoeneren, in het net schrijven

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈɔpsxonə(n)/
Afbrekingop·scho·nen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) schoon op(ik) schoonde op
(jij) schoont op(jij) schoonde op
(hij) schoont op(hij) schoonde op
(wij) schonen op(wij) schoonden op
(jullie) schonen op(jullie) schoonden op
(gij) schoont op(gij) schoondet op
(zij) schonen op(zij) schoonden op
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) opschone(dat ik) opschoonde
(dat jij) opschone(dat jij) opschoonde
(dat hij) opschone(dat hij) opschoonde
(dat wij) opschonen(dat wij) opschoonden
(dat jullie) opschonen(dat jullie) opschoonden
(dat gij) opschonet(dat gij) opschoondet
(dat zij) opschonen(dat zij) opschoonden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
schoon opschoont op
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
opschonend, opschonende(hebben) opgeschoond

Voorbeelden van gebruik

Onze website wordt opgeschoond.

Vertalingen

Engelstidy up
Esperantonetigi
Portugeespassar a limpo