Informatie over het woord perelaar (Nederlands → Esperanto: pirujo)

Synoniem: pereboom

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈperəlaːr/
Afbrekingpe·re·laar

Voorbeelden van gebruik

Want de perelaars en de grasmat zijn ook verdwenen.

Vertalingen

DuitsBirnbaum
Engelspear‐tree
Esperantopirujo; pirarbo
Faeröersperutræ
Franspoirier
Italiaanspero
Latijnpirus
Poolsgrusza
Portugeespereira
SaterfriesPeereboom
Spaansperal
Westerlauwers Friesparrebeam