Informatie over het woord sprokkelhout (Nederlands → Esperanto: branĉkolektaĵo)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈsprɔkəlɦɑu̯t/
Afbrekingsprok·kel·hout
Geslachtonzijdig

Voorbeelden van gebruik

Tom Poes, die juist weer naar de tent terugkeerde met een arm vol sprokkelhout werd plotseling gepasseerd door een langsrazend ventje, dat met een grote blaasbalg zwaaide.

Vertalingen

Esperantobranĉkolektaĵo