Informatie over het woord doodmartelen (Nederlands → Esperanto: morttorturi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈdotmɑrtələ(n)/
Afbrekingdood·mar·te·len

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) martel dood(ik) martelde dood
(jij) martelt dood(jij) martelde dood
(hij) martelt dood(hij) martelde dood
(wij) martelen dood(wij) martelden dood
(jullie) martelen dood(jullie) martelden dood
(gij) martelt dood(gij) marteldet dood
(zij) martelen dood(zij) martelden dood
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) doodmartele(dat ik) doodmartelde
(dat jij) doodmartele(dat jij) doodmartelde
(dat hij) doodmartele(dat hij) doodmartelde
(dat wij) doodmartelen(dat wij) doodmartelden
(dat jullie) doodmartelen(dat jullie) doodmartelden
(dat gij) doodmartelet(dat gij) doodmarteldet
(dat zij) doodmartelen(dat zij) doodmartelden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
martel doodmartelt dood
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
doodmartelend, doodmartelende(hebben) doodgemarteld

Voorbeelden van gebruik

Ze laten zich liever doodmartelen dan dat ze iets verraden.

Vertalingen

Esperantomorttorturi