Informatie over het woord beliegen (Nederlands → Esperanto: mensogi al)

Synoniem: voorliegen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/bəˈliɣə(n)/
Afbrekingbe·lie·gen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) belieg(ik) beloog
(jij) beliegt(jij) beloog
(hij) beliegt(hij) beloog
(wij) beliegen(wij) belogen
(jullie) beliegen(jullie) belogen
(gij) beliegt(gij) beloogt
(zij) beliegen(zij) belogen
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) beliege(dat ik) beloge
(dat jij) beliege(dat jij) beloge
(dat hij) beliege(dat hij) beloge
(dat wij) beliegen(dat wij) belogen
(dat jullie) beliegen(dat jullie) belogen
(dat gij) belieget(dat gij) beloget
(dat zij) beliegen(dat zij) belogen
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
beliegbeliegt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
beliegend, beliegende(hebben) belogen

Voorbeelden van gebruik

Ben jij… heb jij me belogen!

Vertalingen

Esperantomensogi al