Informatie over het woord regenpijp (Nederlands → Esperanto: pluvtubo)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈreɣə(n)pɛi̯p/
Afbrekingre·gen·pijp

Voorbeelden van gebruik

Een man die via de regenpijp op de vlucht was geslagen, kon ingerekend worden.
Want als de oude Meelbuiler even aandachtig geluisterd had, in plaats van zijn doelloos toespraakje te houden, zou hij bij de regenpijp buiten het venster een vreemd geluid gehoord hebben.
Dat treft, want er loopt een regenpijp langs.
Langs de regenpijp weer naar boven klimmen was voor hem kinderspel.

Vertalingen

Engelsdownpipe
Esperantopluvtubo
Portugeescalha