Informatie over het woord wegkuieren (Nederlands → Esperanto: forpasumi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈʋɛxkœy̯jərə(n)/
Afbrekingweg·kui·e·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) kuier weg(ik) kuierde weg
(jij) kuiert weg(jij) kuierde weg
(hij) kuiert weg(hij) kuierde weg
(wij) kuieren weg(wij) kuierden weg
(jullie) kuieren weg(jullie) kuierden weg
(gij) kuiert weg(gij) kuierdet weg
(zij) kuieren weg(zij) kuierden weg
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) wegkuiere(dat ik) wegkuierde
(dat jij) wegkuiere(dat jij) wegkuierde
(dat hij) wegkuiere(dat hij) wegkuierde
(dat wij) wegkuieren(dat wij) wegkuierden
(dat jullie) wegkuieren(dat jullie) wegkuierden
(dat gij) wegkuieret(dat gij) wegkuierdet
(dat zij) wegkuieren(dat zij) wegkuierden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
kuier wegkuiert weg
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
wegkuierend, wegkuierende(zijn) weggekuierd

Voorbeelden van gebruik

Hij knipte het dekseltje van zijn horloge dicht en kuierde op zijn gemak weg in de richting van het huis.

Vertalingen

Esperantoforpasumi