Informatie over het woord clubgenoot (Nederlands → Esperanto: samklubano)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈklɵpxənot/
Afbrekingclub·ge·noot
Geslachtmanlijk
Meervoudclubgenoten

Voorbeelden van gebruik

Hij stond op en keerde zich naar zijn clubgenoot.

Vertalingen

DuitsMitglied desselbe Klubs
Esperantosamklubano