Informatie over het woord zich misgrijpen (Nederlands → Esperanto: erari)

Synoniemen: abuis zijn, dwalen, een fout maken, ernaast zitten, het bij het verkeerde eind hebben, zich vergissen, de fout in gaan

Woordsoortwederkerend werkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) misgrijp mij(ik) misgreep mij
(jij) misgrijpt je(jij) misgreep je
(hij) misgrijpt zich(hij) misgreep zich
(wij) misgrijpen ons(wij) misgrepen ons
(jullie) misgrijpen ons(jullie) misgrepen ons
(gij) misgrijpt u(gij) misgreept u
(zij) misgrijpen zich(zij) misgrepen zich
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) mij misgrijpe(dat ik) mij misgrepe
(dat jij) je misgrijpe(dat jij) je misgrepe
(dat hij) zich misgrijpe(dat hij) zich misgrepe
(dat wij) ons misgrijpen(dat wij) ons misgrepen
(dat jullie) ons misgrijpen(dat jullie) ons misgrepen
(dat gij) u misgrijpet(dat gij) u misgrepet
(dat zij) zich misgrijpen(dat zij) zich misgrepen
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
misgrijp jemisgrijpt je
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
zich misgrijpend, zich misgrijpende(hebben) zich misgrepen

Voorbeelden van gebruik

Ik zal mij misgrepen hebben.