Informatie over het woord stunteligheid (Nederlands → Esperanto: fuŝeco)

Synoniem: stumperigheid

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈstɵntələxɦɛi̯t/
Afbrekingstun·te·lig·heid

Voorbeelden van gebruik

Ik zeg niet dat deze mensen, in de familiekring of op een avondje onder kennissen, niet in staat zouden zijn een eenvoudige toonladder te spelen, zo, dat de stunteligheid niet al te zeer in het oog springt.

Vertalingen

Esperantofuŝeco