Informatie over het woord kapstok (Nederlands → Esperanto: vesthokaro)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈkɑpstɔk/
Afbrekingkap·stok
Geslachtmanlijk
Meervoudkapstokken

Voorbeelden van gebruik

De minister‐president kwam thuis en hing zijn hoge hoed aan de kapstok.

Vertalingen

Esperantovesthokaro