Informatie over het woord overrijp (Nederlands → Esperanto: tromatura)

Woordsoortbijvoeglijk naamwoord
Uitspraak/ovəˈrɛi̯p/
Afbrekingover·rijp

Verbuiging

Predicatief
AttributiefOnbepaaldManlijk en vrouwelijk enkelvoudoverrijpe
Onzijdig enkelvoudoverrijp
Meervoudoverrijpe
Bepaaldoverrijpe
Partitiefoverrijps

Voorbeelden van gebruik

Er werd met overrijp ooft geworpen, en „Weg met Bommel!” geschreeuwd.
Is die niet een beetje overrijp voor zo’n rol?

Vertalingen

Duitsüberaltert
Esperantotromatura; molmatura
Papiamentskonfeit