Informatie over het woord trekpaard (Nederlands → Esperanto: tirĉevalo)

Synoniem: werkpaard

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈtrɛkpaːrt/
Afbrekingtrek·paard

Voorbeelden van gebruik

Hij vouwde de proviand in het dekzeil en laadde dit op het trekpaard dat er het beste uitzag.
De twee trekpaarden stonden rustig te wachten en staarden van achter hun oogkleppen voor zich uit.

Vertalingen

Esperantotirĉevalo
Portugeescavalo de tiro