Informatie over het woord geestelijk (Nederlands → Esperanto: spirita)

Woordsoortbijvoeglijk naamwoord
Uitspraak/ˈɣestələk/
Afbrekinggees·te·lijk

Verbuiging

Predicatief
AttributiefOnbepaaldManlijk en vrouwelijk enkelvoudgeestelijke
Onzijdig enkelvoudgeestelijk
Meervoudgeestelijke
Bepaaldgeestelijke
Partitiefgeestelijks

Voorbeelden van gebruik

Hij had zich een geestelijk leider anders voorgesteld en bovendien stond de geur van diens zitplaats hem tegen.
De knaap, wiens geschiedenis in dit boek verhaald wordt, putte geen geestelijk genot uit de preek

Vertalingen

DuitsGeistes‐; geistig; intellektuell
Engelsspiritual
Esperantospirita
Faeröersandaligur
Italiaansspirituale
Nederduitsgeystelik
Papiamentsspiritual
Portugeesespiritual
SaterfriesGäist‐; gäistich; intellektuell