Synoniemen: degenereren, ontaarden, verbasteren, zinken
Woordsoort | werkwoord |
---|
Uitspraak | /vərˈʋɔrdə(n)/ |
---|
Afbreking | ver·wor·den |
---|
Vervoeging
Aantonende wijs |
---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
---|
(ik) verword | (ik) verwerd |
(jij) verwordt | (jij) verwerd |
(hij) verwordt | (hij) verwerd |
(wij) verworden | (wij) verwerden |
(jullie) verworden | (jullie) verwerden |
(gij) verwordt | (gij) verwerdt |
(zij) verworden | (zij) verwerden |
Aanvoegende wijs |
---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
---|
(dat ik) verworde | (dat ik) verwierde |
(dat jij) verworde | (dat jij) verwierde |
(dat hij) verworde | (dat hij) verwierde |
(dat wij) verworden | (dat wij) verwierden |
(dat jullie) verworden | (dat jullie) verwierden |
(dat gij) verwordet | (dat gij) verwierdet |
(dat zij) verworden | (dat zij) verwierden |
Gebiedende wijs |
---|
Enkelvoud/Meervoud | Meervoud |
---|
verword | verwordt |
Deelwoorden |
---|
Tegenwoordig deelwoord | Verleden deelwoord |
---|
verwordend, verwordende | (zijn) verworden |
Door een groot herstelproject is de beek, die was verworden tot een saai afwateringskanaal, weer in zijn oorspronkelijke staat teruggebracht.