Informatie over het woord fatsoen (Nederlands → Esperanto: dececo)

Synoniemen: gepastheid, voegzaamheid, welvoeglijkheid, zedigheid, decorum

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/fɑtˈsun/
Afbrekingfat·soen
Geslachtonzijdig

Voorbeelden van gebruik

Ik was blij dat hij tenminste zoveel fatsoen had.

Vertalingen

DuitsAnständigkeit
Engelsdecency; decorum
Esperantodececo
Portugeesdecência; decoro