Ynformaasje oer it wurd verrassen (Nederlânsk → Esperanto: surprizi)

Synonimen: betrappen, snappen

Wurdsoartetiidwurd
Utspraak/vəˈrɑsə(n)/
Ofbrekingver·ras·sen

Ferfoarming

Oantoanende foarm
NotiidDoetiid
(ik) verras(ik) verraste
(jij) verrast(jij) verraste
(hij) verrast(hij) verraste
(wij) verrassen(wij) verrasten
(jullie) verrassen(jullie) verrasten
(gij) verrast(gij) verrastet
(zij) verrassen(zij) verrasten
Oanfoegjende foarm
NotiidDoetiid
(dat ik) verrasse(dat ik) verraste
(dat jij) verrasse(dat jij) verraste
(dat hij) verrasse(dat hij) verraste
(dat wij) verrassen(dat wij) verrasten
(dat jullie) verrassen(dat jullie) verrasten
(dat gij) verrasset(dat gij) verrastet
(dat zij) verrassen(dat zij) verrasten
hjittende foarm
Iental/MeartalMeartal
verrasverrast
Mulwurden
NomulwurdDoemulwurd
verrassend, verrassende(hebben) verrast

Foarbylden fan gebrûk

De kolonel denkt nog altijd dat wij ze kunnen verrassen.
De demon had hen willen verrassen en had zichzelf onzichtbaar gemaakt.

Oarsettingen

Afrikaanskverras
Deenskoverraske
Dútskbefremden; überfallen; überraschen
Esperantosurprizi
Finskyllättää
Frânskfaire une surprise à; surprendre
Fryskferraskje
Hongaarskmeglep
Ingelsksurprise; take unawares
Yslânskkoma á óvart
Italjaansksorprendere
Katalaansksorprendre
Noarskoverraske
Papiamintsksorprendé; sorpresá; sùrprais
Portegeesksobressaltar; surpreender
Sealterfryskbefroamdje; uurfaale; uurraskje
Spaansksorprender
Sweedsköverraska
Tsjechyskpřekvapit