Ynformaasje oer it wurd stilleggen (Nederlânsk → Esperanto: haltigi)

Synonimen: aanhouden, keren, staande houden, stilzetten, stoppen, stuiten, tegenhouden, tot staan brengen, tot stand brengen, tot stilstand brengen, doen stoppen

Wurdsoartetiidwurd
Utspraak/ˈstɪlɛɣə(n)/
Ofbrekingstil·leg·gen

Ferfoarming

Oantoanende foarm
NotiidDoetiid
(ik) leg stil(ik) legde stil
(jij) legt stil(jij) legde stil
(hij) legt stil(hij) legde stil
(wij) leggen stil(wij) legden stil
(jullie) leggen stil(jullie) legden stil
(gij) legt stil(gij) legdet stil
(zij) leggen stil(zij) legden stil
Oanfoegjende foarm
NotiidDoetiid
(dat ik) stillegge(dat ik) stillegde
(dat jij) stillegge(dat jij) stillegde
(dat hij) stillegge(dat hij) stillegde
(dat wij) stilleggen(dat wij) stillegden
(dat jullie) stilleggen(dat jullie) stillegden
(dat gij) stillegget(dat gij) stillegdet
(dat zij) stilleggen(dat zij) stillegden
hjittende foarm
Iental/MeartalMeartal
leg stillegt stil
Mulwurden
NomulwurdDoemulwurd
stilleggend, stilleggende(hebben) stilgelegd

Foarbylden fan gebrûk

Iedere middag werd het jacht stilgelegd.
De wedstrijd werd in de 71e minuut eerst stilgelegd omdat er vuurwerk op het veld was gegooid.

Oarsettingen

Afrikaanskstuit
Deenskstoppe
Dútskanhalten; sperren; zum Stehen bringen; aufhalten
Esperantohaltigi
Frysktsjinhâlde
Ingelskstop
Italjaanskfermare
Nederdútskstoppen
Papiamintskstòp
Poalskzatrzymać
Portegeeskfazer parar; reprimir
Sealterfryskanhoolde; brämsje; speere
Spaanskparar