Ynformaasje oer it wurd vermogen (Nederlânsk → Esperanto: kapabli)

Synonimen: in staat zijn, in staat zijn om

Wurdsoartetiidwurd
Utspraak/vərˈmoɣə(n)/
Ofbrekingver·mo·gen

Ferfoarming

Oantoanende foarm
NotiidDoetiid
(ik) vermag(ik) vermocht
(jij) vermag(jij) vermocht
(hij) vermag(hij) vermocht
(wij) vermogen(wij) vermochten
(jullie) vermogen(jullie) vermochten
(gij) vermoogt(gij) vermocht
(zij) vermogen(zij) vermochten
Oanfoegjende foarm
NotiidDoetiid
(dat ik) vermoge(dat ik) vermochte
(dat jij) vermoge(dat jij) vermochte
(dat hij) vermoge(dat hij) vermochte
(dat wij) vermogen(dat wij) vermochten
(dat jullie) vermogen(dat jullie) vermochten
(dat gij) vermoget(dat gij) vermochtet
(dat zij) vermogen(dat zij) vermochten
Mulwurden
NomulwurdDoemulwurd
vermogend, vermogende(hebben) vermocht

Foarbylden fan gebrûk

Maar het is wonderlijk wat een heer in zijn toorn vermag.

Oarsettingen

Afrikaanskin staat wees
Dútskvermögen; imstande sein; fertigbringen; können
Esperantokapabli
Ingelskbe able
Surinaamskman
Taiskไหว