Ynformaasje oer it wurd cijferen (Nederlânsk → Esperanto: ciferi)

Synonym: rekenen

Wurdsoartetiidwurd
Utspraak/ˈsɛi̯fərə(n)/
Ofbrekingcij·fe·ren

Ferfoarming

Oantoanende foarm
NotiidDoetiid
(ik) cijfer(ik) cijferde
(jij) cijfert(jij) cijferde
(hij) cijfert(hij) cijferde
(wij) cijferen(wij) cijferden
(jullie) cijferen(jullie) cijferden
(gij) cijfert(gij) cijferdet
(zij) cijferen(zij) cijferden
Oanfoegjende foarm
NotiidDoetiid
(dat ik) cijfere(dat ik) cijferde
(dat jij) cijfere(dat jij) cijferde
(dat hij) cijfere(dat hij) cijferde
(dat wij) cijferen(dat wij) cijferden
(dat jullie) cijferen(dat jullie) cijferden
(dat gij) cijferet(dat gij) cijferdet
(dat zij) cijferen(dat zij) cijferden
hjittende foarm
Iental/MeartalMeartal
cijfercijfert
Mulwurden
NomulwurdDoemulwurd
cijferend, cijferende(hebben) gecijferd

Foarbylden fan gebrûk

Met deze woorden trok hij een blocnootje en begon snel te cijferen.

Oarsettingen

Esperantociferi
Ingelskfigure
Spaanskcalcular