Information about the word schaars (Dutch → Esperanto: malabunda)

Synonyms: karig, schraal, schriel, schamel

Part of speechadjective
Pronunciation/sxaːrs/
Hyphenationschaars

Degrees of comparison

Positiveschaars
Comparativeschaarser
Superlativemeest schaars

Declension

 PositiveComparativeSuperlative
Predicativeschaarsschaarser(het) meest schaars, (het) meest schaarse
AttributiveIndefiniteMasculine and feminine pluralschaarseschaarseremeest schaarse
Indefinite singularschaarsschaarsermeest schaars
Pluralschaarseschaarseremeest schaarse
Definiteschaarseschaarseremeest schaarse
Partitiveschaarsschaarsers 

Usage samples

De grote bomen waren schaarser geworden.

Translations

Catalanescàs; insuficient
Englishin short supply; scanty; scarce; thin
Esperantomalabunda
Frenchinsuffisant; maigre; rare
Germankarg; schmal; kärglich
Portugueseescasso; insuficiente; raro