Information about the word gelieven (Dutch → Esperanto: bonvoli)

Synonym: welwillend zijn

Part of speechverb
Pronunciation/ɣəˈlivə(n)/
Hyphenationge·lie·ven

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) gelief(ik) geliefde
(jij) gelieft(jij) geliefde
(hij) gelieft(hij) geliefde
(wij) gelieven(wij) geliefden
(jullie) gelieven(jullie) geliefden
(gij) gelieft(gij) geliefdet
(zij) gelieven(zij) geliefden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) gelieve(dat ik) geliefde
(dat jij) gelieve(dat jij) geliefde
(dat hij) gelieve(dat hij) geliefde
(dat wij) gelieven(dat wij) geliefden
(dat jullie) gelieven(dat jullie) geliefden
(dat gij) gelievet(dat gij) geliefdet
(dat zij) gelieven(dat zij) geliefden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
geliefgelieft
Participles
Present participlePast participle
gelievend, gelievende(hebben) geliefd

Translations

Catalantenir la voluntad de
Englishdeign; be so good as to; oblige; appease
Esperantobonvoli
Germandie Güte haben; so gut sein
Portuguesefazer o favor de; ter a bondade de
Spanishtener a bien