Information about the word familielid (Dutch → Esperanto: parenco)

Synonyms: bloedverwant, verwant, maagschap

Part of speechcommon noun
Pronunciation/faˈmililɪt/
Hyphenationfa·mi·lie·lid
Genderneuter
Pluralfamilieleden

Usage samples

Hij had maar een paar familieleden—zijn vrouw was gestorven—maar zijn talentvolle neef Heinrich had hem uitgenodigd om zijn verlof bij hem door te brengen, en Schmidt verheugde zich daarop.

Translations

Catalanparent
Danishslægtning
Englishrelative; relation
English (Old English)mæg
Esperantoparenco
Faeroeseskyldfólk
Finnishsukulainen
Frenchparent
GermanVerwandter
Icelandicfrændi
Italianparente
Norwegianslektning
Papiamentomiembro di famía
Portugueseparente
Saterland FrisianFrüünd
Spanishdeudo; familiar; pariente
Srananfamirman
Swahilindugu
Swedishanförvant; blodsfrånde; blodsförvant; frände; släkting
Thaiญาติ
West Frisiansibbe