Information about the word boog (Dutch → Esperanto: pafarko)

Synonyms: handboog, pijl en boog

Part of speechcommon noun
Pronunciation/box/
Hyphenationboog
Gendermasculine
Pluralbogen

Usage samples

Hij droeg een boog op zijn rug en had een koker met glimmende pijlen op zijn heup.
Drie mannen hadden een boog bij zich, de twee anderen waren met hellebaarden bewapend.
Ze hebben bogen, en ik wed dat het goede schutters zijn, beter dan de dorpelingen van Nestowe.
Legolas legde zijn peddel neer en pakte de boog die hij uit Lórien had meegenomen.

Translations

Danishbue
Englishbow
Esperantopafarko
GermanBogen; Schießbogen
Portuguesearco
Spanisharco; arco de flechas