Information about the word verkleden (Dutch → Esperanto: maskovesti)

Synonym: vermommen

Part of speechverb

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) verkleed(ik) verkleedde
(jij) verkleedt(jij) verkleedde
(hij) verkleedt(hij) verkleedde
(wij) verkleden(wij) verkleedden
(jullie) verkleden(jullie) verkleedden
(gij) verkleedt(gij) verkleeddet
(zij) verkleden(zij) verkleedden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) verklede(dat ik) verkleedde
(dat jij) verklede(dat jij) verkleedde
(dat hij) verklede(dat hij) verkleedde
(dat wij) verkleden(dat wij) verkleedden
(dat jullie) verkleden(dat jullie) verkleedden
(dat gij) verkledet(dat gij) verkleeddet
(dat zij) verkleden(dat zij) verkleedden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
verkleedverkleedt
Participles
Present participlePast participle
verkledend, verkledende(hebben) verkleed

Translations

Englishdisguise
Esperantomaskovesti