Information about the word toedekken (Dutch → Esperanto: kovri)

Synonyms: bedekken, beleggen, dekken, overtíjgen

Part of speechverb

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) dek toe(ik) dekte toe
(jij) dekt toe(jij) dekte toe
(hij) dekt toe(hij) dekte toe
(wij) dekken toe(wij) dekten toe
(jullie) dekken toe(jullie) dekten toe
(gij) dekt toe(gij) dektet toe
(zij) dekken toe(zij) dekten toe
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) toedekke(dat ik) toedekte
(dat jij) toedekke(dat jij) toedekte
(dat hij) toedekke(dat hij) toedekte
(dat wij) toedekken(dat wij) toedekten
(dat jullie) toedekken(dat jullie) toedekten
(dat gij) toedekket(dat gij) toedektet
(dat zij) toedekken(dat zij) toedekten
Imperative mood
Singular/PluralPlural
dek toedekt toe
Participles
Present participlePast participle
toedekkend, toedekkende(hebben) toegedekt

Translations

Albanianmbuloj
Catalancobrir; tapar; abrigar
Danishdække
Englishcover
Esperantokovri
Faeroesefjala; hylja
Finnishpeittää
Frenchcouvrir; recouvrir
Germanbelegen; decken; bedecken; einhüllen; verhüllen; zudecken; abdecken; verdecken; überziehen; überschütten; überhäufen; umfassen; zurücklegen; sich ausdehnen; sich erstrecken; ausführlich behandeln; abhandeln; überdecken
Icelandicþekja; hylja
Italiancoprire
Latinoperire; tegere
Luxemburgishbedecken
Papiamentokubri
Portugueseacobertar; cobrir; revestir
Romanianacoperi
Saterland Frisianbedäkke; belääse; däkke; ferhülje; ienhülje; toudäkke
Spanishcubrir; tapar
Sranantapu
Swedishbetäcka; hölja; skyla; täcka; övertäcka
West Frisianbedekke; dekke