Information about the word toeknikken (Dutch → Esperanto: kapsigni)

Part of speechverb

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) knik toe(ik) knikte toe
(jij) knikt toe(jij) knikte toe
(hij) knikt toe(hij) knikte toe
(wij) knikken toe(wij) knikten toe
(jullie) knikken toe(jullie) knikten toe
(gij) knikt toe(gij) kniktet toe
(zij) knikken toe(zij) knikten toe
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) toeknikke(dat ik) toeknikte
(dat jij) toeknikke(dat jij) toeknikte
(dat hij) toeknikke(dat hij) toeknikte
(dat wij) toeknikken(dat wij) toeknikten
(dat jullie) toeknikken(dat jullie) toeknikten
(dat gij) toeknikket(dat gij) toekniktet
(dat zij) toeknikken(dat zij) toeknikten
Imperative mood
Singular/PluralPlural
knik toeknikt toe
Participles
Present participlePast participle
toeknikkend, toeknikkende(hebben) toegeknikt

Translations

Englishnod
Esperantokapsigni