Information about the word verkalken (Dutch → Esperanto: kalcini)

Synonym: calcineren

Part of speechverb

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) verkalk(ik) verkalkte
(jij) verkalkt(jij) verkalkte
(hij) verkalkt(hij) verkalkte
(wij) verkalken(wij) verkalkten
(jullie) verkalken(jullie) verkalkten
(gij) verkalkt(gij) verkalktet
(zij) verkalken(zij) verkalkten
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) verkalke(dat ik) verkalkte
(dat jij) verkalke(dat jij) verkalkte
(dat hij) verkalke(dat hij) verkalkte
(dat wij) verkalken(dat wij) verkalkten
(dat jullie) verkalken(dat jullie) verkalkten
(dat gij) verkalket(dat gij) verkalktet
(dat zij) verkalken(dat zij) verkalkten
Participles
Present participlePast participle
verkalkend, verkalkende(zijn) verkalkt

Translations

Englishcalcine
Esperantokalcini
Germankalzinieren; zu Kalk brennen; glühen; ausglühen; veraschen
Spanishcalcinar