Information about the word verorberen (Dutch → Esperanto: formanĝi)

Synonym: opeten

Part of speechverb
Pronunciation/vərˈɔrbərə(n)/
Hyphenationver·or·be·ren

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) verorber(ik) verorberde
(jij) verorbert(jij) verorberde
(hij) verorbert(hij) verorberde
(wij) verorberen(wij) verorberden
(jullie) verorberen(jullie) verorberden
(gij) verorbert(gij) verorberdet
(zij) verorberen(zij) verorberden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) verorbere(dat ik) verorberde
(dat jij) verorbere(dat jij) verorberde
(dat hij) verorbere(dat hij) verorberde
(dat wij) verorberen(dat wij) verorberden
(dat jullie) verorberen(dat jullie) verorberden
(dat gij) verorberet(dat gij) verorberdet
(dat zij) verorberen(dat zij) verorberden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
verorberverorbert
Participles
Present participlePast participle
verorberend, verorberende(hebben) verorberd

Usage samples

Het tweetal kreeg de vis, die ze met smaak verorberden, geholpen door twee flessen wijn.

Translations

Englishconsume
Esperantoformanĝi
Frenchdévorer
Germanaufessen; aufzehren
Jamaican Patoisiit aaf
Polishzjeść
Portuguesedevorar
Saterland Frisianapiete
Spanishconsumir