Information about the word innemen (Dutch → Esperanto: okupi)

Synonyms: bekleden, beslaan, bezetten, in beslag nemen

Part of speechverb
Pronunciation/ˈɪnemə(n)/
Hyphenationin·ne·men

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) neem in(ik) nam in
(jij) neemt in(jij) nam in
(hij) neemt in(hij) nam in
(wij) nemen in(wij) namen in
(jullie) nemen in(jullie) namen in
(gij) neemt in(gij) naamt in
(zij) nemen in(zij) namen in
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) inneme(dat ik) inname
(dat jij) inneme(dat jij) inname
(dat hij) inneme(dat hij) inname
(dat wij) innemen(dat wij) innamen
(dat jullie) innemen(dat jullie) innamen
(dat gij) innemet(dat gij) innamet
(dat zij) innemen(dat zij) innamen
Participles
Present participlePast participle
innemend, innemende(hebben) ingenomen

Usage samples

Eén mol van een gas neemt bij een bepaalde temperatuur en druk hetzelfde volume in als een mol van een willekeurig ander gas bij dezelfde druk en temperatuur.
Professor Kosmin neemt een soortgelijk standpunt in.

Translations

Afrikaansbeslaan; beklee
Catalanocupar
Englishoccupy; take; fill; hold
English (Old English)abysgian
Esperantookupi
Finnishvarata
Frenchoccuper
Germanbekleiden; besetzen; einnehmen; in Anspruch nehmen
Hungarianelfolglal
Italianoccupare
Norwegianbesette
Papiamentookupá; tuma
Polishzajmować
Portugueseencher; ocupar; preencher
Saterland Frisianbekloodje; besätte; in Anspruch nieme
Spanishdesempeñar; ocupar
West Frisianbesette