Synonyms: down, gedeprimeerd, gedrukt, terneergeslagen
Part of speech | adjective |
---|
Pronunciation | /nerˈslɑxtəx/ |
---|
Hyphenation | neer·slach·tig |
---|
Degrees of comparison
Positive | neerslachtig |
---|
Comparative | neerslachtiger |
---|
Superlative | neerslachtigst |
---|
Declension
| Positive | Comparative | Superlative |
---|
Predicative | neerslachtig | neerslachtiger | (het) neerslachtigst, (het) neerslachtigste |
---|
Attributive | Indefinite | Masculine and feminine plural | neerslachtige | neerslachtigere | neerslachtigste |
---|
Indefinite singular | neerslachtig | neerslachtiger | neerslachtigst |
---|
Plural | neerslachtige | neerslachtigere | neerslachtigste |
---|
Definite | neerslachtige | neerslachtigere | neerslachtigste |
---|
Partitive | neerslachtigs | neerslachtigers | |
---|
Het was een neerslachtig groepje dat zonder water en met een hongerige maag een kamp opsloeg in de dichte jungle.
Als hij zich neerslachtig voelde, waarom is hij dan niet gewoon overboord gesprongen?
Tom Poes, die hem tegenkwam, werd getroffen door zijn neerslachtige houding.
Ze maakten hem neerslachtig.