Information about the word stroken (Dutch → Esperanto: akordi)

Synonyms: accorderen, bijeenpassen, het eens zijn, kloppen, overeenstemmen, rijmen, samengaan

Part of speechverb

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(hij) strookt(hij) strookte
(zij) stroken(zij) strookten
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat hij) stroke(dat hij) strookte
(dat zij) stroken(dat zij) strookten
Imperative mood
Singular/PluralPlural
strookstrookt
Participles
Present participlePast participle
strokend, strokende(hebben) gestrookt

Translations

Catalanadir‐se; concordar; estar d’acord
Danishstemme overens
Englishagree; accord; be in accord; be in agreement
Esperantoakordi
Frenchêtre d’accord; s’accorder; s’harmoniser
Germanübereinstimmen; zusammenstimmen; in Einklang stehen; in Übereinstimmung sein
Icelandicsamþykkja; vera sammála
Low Germankloppen
Portugueseacordar; estar de acordo
Thaiต้อง