Information about the word aarzelend (Dutch → Esperanto: ŝanceliĝanta)

Part of speechadjective
Pronunciation/ˈaːrzələnt/
Hyphenationaar·ze·lend

Degrees of comparison

Positiveaarzelend
Comparativeaarzelender
Superlativeaarzelendst

Declension

 PositiveComparativeSuperlative
Predicativeaarzelendaarzelender(het) aarzelendst, (het) aarzelendste
AttributiveIndefiniteMasculine and feminine pluralaarzelendeaarzelendereaarzelendste
Indefinite singularaarzelendaarzelenderaarzelendst
Pluralaarzelendeaarzelendereaarzelendste
Definiteaarzelendeaarzelendereaarzelendste
Partitiveaarzelendsaarzelenders 

Translations

Englishhesitant
Esperantoŝanceliĝanta