Information about the word opgeven (Dutch → Esperanto: delasi)

Synonym: prijsgeven

Part of speechverb
Pronunciation/ˈɔpxevə(n)/
Hyphenationop·ge·ven

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) geef op(ik) gaf op
(jij) geeft op(jij) gaf op
(hij) geeft op(hij) gaf op
(wij) geven op(wij) gaven op
(jullie) geven op(jullie) gaven op
(gij) geeft op(gij) gaaft op
(zij) geven op(zij) gaven op
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) opgeve(dat ik) opgave
(dat jij) opgeve(dat jij) opgave
(dat hij) opgeve(dat hij) opgave
(dat wij) opgeven(dat wij) opgaven
(dat jullie) opgeven(dat jullie) opgaven
(dat gij) opgevet(dat gij) opgavet
(dat zij) opgeven(dat zij) opgaven
Imperative mood
Singular/PluralPlural
geef opgeeft op
Participles
Present participlePast participle
opgevend, opgevende(hebben) opgegeven

Usage samples

Af en toe gaf hij een mondvol bloed op uit zijn verpletterde borst.
Hij gaf zeer veel slijm op.

Translations

Catalandeixar caure; treure
Englishdrop
Esperantodelasi
Frenchabdiquer
Germanablassen
Greekαφήνω; εγκαταλείπω
Icelandicyfirgefa
Saterland Frisianouläite
Spanishdejar caer; quitar
Thaiอด
Turkishçökmek