Information about the word vellen (Dutch → Esperanto: mallevi)

Synonyms: laten zakken, neerlaten

Part of speechverb
Pronunciation/ˈvɛlə(n)/
Hyphenationvel·len

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) vel(ik) velde
(jij) velt(jij) velde
(hij) velt(hij) velde
(wij) vellen(wij) velden
(jullie) vellen(jullie) velden
(gij) velt(gij) veldet
(zij) vellen(zij) velden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) velle(dat ik) velde
(dat jij) velle(dat jij) velde
(dat hij) velle(dat hij) velde
(dat wij) vellen(dat wij) velden
(dat jullie) vellen(dat jullie) velden
(dat gij) vellet(dat gij) veldet
(dat zij) vellen(dat zij) velden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
velvelt
Participles
Present participlePast participle
vellend, vellende(hebben) geveld

Usage samples

Twaalf ridders te paard versperden de weg met gevelde lans.

Translations

Afrikaanslaat sak
Englishlay in rest
Esperantomallevi
Frenchabaisser; baisser
Germansenken
Hungarianleenged
Italianabbassare
Saterland Frisiandeelläite; strieke