Information about the word dichtslaan (Dutch → Esperanto: klakfermiĝi)

Synonym: dichtvallen

Part of speechverb
Pronunciation/ˈdɪx(t)slan/
Hyphenationdicht·slaan

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(hij) slaat dicht(hij) sloeg dicht
(zij) slaan dicht(zij) sloegen dicht
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat hij) dichtsla(dat hij) dichtsloege
(dat zij) dichtslaan(dat zij) dichtsloegen
Participles
Present participlePast participle
dichtslaand, dichtslaande(zijn) dichtgeslagen

Usage samples

Alex stapte de gang in net toen de voordeur dichtsloeg.

Translations

Englishslam shut
Esperantoklakfermiĝi