Information about the word goed (Dutch → Esperanto: bona)

Part of speechadjective
Pronunciation/ɣut/
Hyphenationgoed

Degrees of comparison

Positivegoed
Comparativebeter
Superlativebest

Declension

 PositiveComparativeSuperlative
Predicativegoedbeter(het) best, (het) beste
AttributiveIndefiniteMasculine and feminine pluralgoede, goeiebeterebeste
Indefinite singulargoedbeterbest
Pluralgoede, goeiebeterebeste
Definitegoede, goeiebeterebeste
Partitivegoedsbeters 

Usage samples

Je hebt dus een goed paard nodig.
Je zult nooit een goeie inbreker worden.

Translations

Afrikaansgoed
Englishgood
English (Old English)god
Esperantobona
Finnishhyvä
Italianbuono
Low Germangood
Srananbun
Welshda
Yiddishגוט