Information about the word innemen (Dutch → Esperanto: ekokupi)

Synonyms: vermeesteren, bezetten, zich meester maken van

Part of speechverb
Pronunciation/ˈɪnemə(n)/
Hyphenationin·ne·men

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) inneem(ik) innam
(jij) inneemt(jij) innam
(hij) inneemt(hij) innam
(wij) innemen(wij) innamen
(jullie) innemen(jullie) innamen
(gij) inneemt(gij) innaamt
(zij) innemen(zij) innamen
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) inneme(dat ik) inname
(dat jij) inneme(dat jij) inname
(dat hij) inneme(dat hij) inname
(dat wij) innemen(dat wij) innamen
(dat jullie) innemen(dat jullie) innamen
(dat gij) innemet(dat gij) innamet
(dat zij) innemen(dat zij) innamen
Imperative mood
Singular/PluralPlural
neem inneem int
Participles
Present participlePast participle
innemend, innemende(hebben) ingenomen

Usage samples

De Russen proberen de stad ten noorden van Kiëv al dagenlang tevergeefs in te nemen.
Je bent toch niet bang dat zij het kasteel werkelijk kunnen innemen?
Vrijdag namen de Russische militairen meteen het vliegveld van de grootste Kazachse stad Almaty in.
Woensdag namen zij de hoofdstad Yamassoukro in, evenals de havenstad San Pedro.
Zou ik dan niet zijn plaats in de stam mogen innemen?
De Marokkaanse dames waren uitgestapt en andere reizigers hadden hun plaats ingenomen.

Translations

Afrikaansinneem; beset
Englishcapture
English (Old English)abrecan
Esperantoekokupi; okupi
Germanantreten; einfallen; einrücken; sich bemächtigen; besetzen