Information über das Wort kwaadaardig (Niederländisch → Esperanto: malica)

Synonyme: boosaardig, hatelijk, snood, te kwader trouw, vals

WortartAdjektief
Aussprache/kʋaˈdaːrdəx/, /kʋaˈtaːrdəx/
Trennungkwaad·aar·dig

Komparation

Positivekwaadaardig
Komparativkwaadaardiger
Superlativkwaadaardigst

Deklination

 PositiveKomparativSuperlativ
Predikativkwaadaardigkwaadaardiger(het) kwaadaardigst, (het) kwaadaardigste
AttributivUnbestimmtMännlicher und weiblicher Mehrzahlkwaadaardigekwaadaardigerekwaadaardigste
Sächlicher Einzahlkwaadaardigkwaadaardigerkwaadaardigst
Mehrzahlkwaadaardigekwaadaardigerekwaadaardigste
Bestimmtkwaadaardigekwaadaardigerekwaadaardigste
Partitivkwaadaardigskwaadaardigers 

Gebrauchsbeispiele

Dat is waar, maar de kwaadaardige inborst van mijn ondergeschikten dwong mij afstand tedoen van mijn positie.
De enige verklaring lijkt mij dat er kwaadaardige toverij in het spel is geweest.
Als een kwaadaardige hond draaide Reep zich nu naar zijn andere slachtoffer.

Übersetzungen

Deutscharg; arglistig; boshaft; hämisch; tückisch; heimtückisch
Englischmalicious
Esperantomalica
Finnischilkeä
Französischméchant; perfide
Katalanischmaliciós; pervers
Polnischzłośliwy
Portugiesischmalicioso; malvado; perverso
Saterfriesischfielainich; gnaarich; luurich; luursk
Spanischmalévolo; malicioso; maligno
Westfriesischglûpsk