Information über das Wort schemer (Niederländisch → Esperanto: krepusko)

Synonyme: deemstering, halfdonker, halfduister, schemerdonker, schemerduister, schemering, tweeduister, avondschemering, avondschemer

WortartSubstantiv
Aussprache/ˈsxemər/
Trennungsche·mer
Geschlechtmännlich

Gebrauchsbeispiele

Schemer viel over het landschap.
En toen hij opeens opschrok, merkte hij dat de schemer al was gevallen.
De schemer begon te vallen, en de bibliotheek werd donker.
Lang daarna, terwijl de zonnegloed wegstierf en de schemer tot nacht werd, zat het gezelschap nog op het terras.

Übersetzungen

Afrikaansskemering; skemer
Albanischmuzg
Dänischtusmørke
DeutschDämmerung; Halbdunkel; Abenddämmerung
Englischdusk; twilight
Esperantokrepusko; vespera krepusko
Färöerischhálvalýsing; skýming
Finnischhämärä
Französischcrépuscule
Isländischrökkur
Italienischcrepuscolo
Katalanischcrepuscle
Lateincrepusculum
Portugiesischanoitecer; crepúsculo
SaterfriesischDjunkelenge; Twielucht; Twillucht
Schwedischhalvdager; skumrask; skymning
Spanischcrepúsculo
Thaiค่ำ
Türkischalacakaranlık
Walisischcyfddydd; cyfnos
Westfriesischskimer