Information über das Wort uur (Niederländisch → Esperanto: horo)

WortartSubstantiv
Aussprache/yːr/
Trennunguur
Geschlechtsächlich
Mehrzahluren

Verkleinerungswort
EinzahlMehrzahl
uurtjeuurtjes

Gebrauchsbeispiele

Een paar uur later belde de baas van Pepijn op.
Uur na uur ging voorbij.
Het duurt nog vele uren voor het licht wordt.
Er is nog enkele uren tijd.
Neem elk uur een pauze van tien tot vijftien minuten.
Hierna hebben we een heel uur gewerkt.
Het uurwerk had slechts één wijzer, die de uren aanwees.

Übersetzungen

Afrikaansuur
Albanischorë
Dänischtime
DeutschStunde; Zeit
Englischhour
Englisch (Altenglisch)tid
Esperantohoro
Färöerischtími
Finnischtunti
Französischheure
Griechischώρα
Isländischstund; tími
Italienischora
Jamaikanisches Kreolischowa; howa
Jiddischשעה
Katalanischhora
Lateinhora
LuxemburgischAuer; Stonn
Malaiischjam
Niederdeutschuur; stün
Norwegischtime
Papiamentoor’; ora
Polnischgodzina
Portugiesischhora
Rumänischoră
SaterfriesischUure
Schottisch Gälischuair
Schwedischtimme
Spanischhora
Srananyuru
Suahelisaa
Thaiตี่; ทุ่ม; ชั่วโมง
Tschechischhodina
Türkischsaat
Ungarischóra
Walisischawr
Westfriesischoere