Information über das Wort tak (Niederländisch → Esperanto: branĉo)

Verkleinerungswort
Einzahl	Mehrzahl
takje	takjes

Gebrauchsbeispiele

Hij sloeg Shere Khan met de tak op de kop en de tijger huilde en kromp ineen van angst en pijn.

Elke avond maakt hij hoog in de bomen een veilig nest van takken en bladeren.

Indien de takken bladeren hebben, verwijder die dan op een enkel blad na.

Afrikaans	tak
Albanisch	degë
Dänisch	gren
Deutsch	Ast; Zweig; Linie; Abzweigung; Verzweigung; Sprosse; Arm; Schenkel; Zweiggebiet; Bereich; Ramus
Englisch	bough; branch
Esperanto	branĉo
Finnisch	oksa
Französisch	branche
Griechisch	κλαδί; κλάδος
Isländisch	grein; kvísl
Italienisch	branca; ramo
Katalanisch	branca
Latein	ramus; virga
Malaiisch	dahan
Papiamento	rama
Portugiesisch	galho; ramo
Russisch	ветвь
Saterfriesisch	Takke; Twiech
Schottisch Gälisch	geug; meanglan
Schwedisch	gren; kvist
Spanisch	rama
Sranan	taki
Tagalog	sangá
Thai	กิ่ง
Tschechisch	větev
Türkisch	dal
Westfriesisch	takke; tûke