Information über das Wort afgezaagd (Niederländisch → Esperanto: banala)

Synonyme: alledaags, banaal, gewoontjes, nietszeggend, plat

WortartAdjektief
Aussprache/ˈɑfxəzaxt/
Trennungaf·ge·zaagd

Komparation

Positiveafgezaagd
Komparativafgezaagder
Superlativafgezaagdst

Deklination

 PositiveKomparativSuperlativ
Predikativafgezaagdafgezaagder(het) afgezaagdst, (het) afgezaagdste
AttributivUnbestimmtMännlicher und weiblicher Mehrzahlafgezaagdeafgezaagdereafgezaagdste
Sächlicher Einzahlafgezaagdafgezaagderafgezaagdst
Mehrzahlafgezaagdeafgezaagdereafgezaagdste
Bestimmtafgezaagdeafgezaagdereafgezaagdste
Partitivafgezaagdsafgezaagders 

Übersetzungen

Deutschabgedroschen; banal; fade; fad; alltäglich
Englischtrite; hackneyed
Esperantobanala
Französischbanal
Italienischallenare; banale
Lateinabiectus
Portugiesischbanal; comun; trivial; vulgar
Saterfriesischbanoal; flau; laf; outoarsken
Schwedischbanal
Spanischbanal; trivial
Ungarischbanális; közönséges
Westfriesischdeisk; sljochtweihinne