Information über das Wort onzinnig (Niederländisch → Esperanto: absurda)

Synonyme: absurd, dwaas, ongerijmd, zinneloos, zot

WortartAdjektief
Aussprache/ɔnˈzɪnəx/
Trennungon·zin·nig

Komparation

Positiveonzinnig
Komparativonzinniger
Superlativonzinnigst

Deklination

 PositiveKomparativSuperlativ
Predikativonzinnigonzinniger(het) onzinnigst, (het) onzinnigste
AttributivUnbestimmtMännlicher und weiblicher Mehrzahlonzinnigeonzinnigereonzinnigste
Sächlicher Einzahlonzinnigonzinnigeronzinnigst
Mehrzahlonzinnigeonzinnigereonzinnigste
Bestimmtonzinnigeonzinnigereonzinnigste
Partitivonzinnigsonzinnigers 

Gebrauchsbeispiele

De politici daar hebben een onzinnige motie aangenomen een paar maanden terug dat de wolf uit Friesland geweerd moet worden.
Hoe durft u me zo’n onzinnige beschuldiging naar het hoofd te gooien?
Jij hebt meer onzinnige expedities ondernomen dan alle mensen die ik ken samen.
ZZP Nederland noemt het plan van de AWVN „onzinnig”.
Dat is een onzinnig voorstel.
De raad van Gandalf scheen onzinnig.

Übersetzungen

Albanischabsurd
Dänischabsurd
Deutschabsurd; ungereimt; widersinnig; unsinnig; albern
Englischabsurd; nonsensical; preposterous
Esperantoabsurda
Finnischjärjetön
Französischabsurde; déraisonnable
Isländischfáránlegur
Italienischassurdo
Katalanischabsurd
Lateinabsurdus
Papiamentoapsurdo
Portugiesischabsurdo; disparatado
Saterfriesischabsurd; fertroald; fläp; maal
Spanischabsurdo
Tschechischabsurdní; nesmyslný
Türkischabes; saçma
Ungarischabszurd; képtelen
Westfriesischabsurd; healwiis