Information über das Wort absurd (Niederländisch → Esperanto: absurda)

Synonyme: dwaas, ongerijmd, onzinnig, zinneloos, zot

WortartAdjektief
Aussprache/ɑpˈsɵrt/
Trennungab·surd

Komparation

Positiveabsurd
Komparativabsurder
Superlativabsurdst

Deklination

 PositiveKomparativSuperlativ
Predikativabsurdabsurder(het) absurdst, (het) absurdste
AttributivUnbestimmtMännlicher und weiblicher Mehrzahlabsurdeabsurdereabsurdste
Sächlicher Einzahlabsurdabsurderabsurdst
Mehrzahlabsurdeabsurdereabsurdste
Bestimmtabsurdeabsurdereabsurdste
Partitivabsurdsabsurders 

Gebrauchsbeispiele

Ik vind het volkomen absurd en dat heb ik haar ook verteld.
Het denkbeeld dat Poëlitetz met geweld in te nemen zou zijn, was absurd, uiteraard.
Maar aan zoiets absurds kan ik onmogelijk meedoen.
Plotseling kreeg ik een absurde inval.

Übersetzungen

Albanischabsurd
Dänischabsurd
Deutschabsurd; ungereimt; widersinnig; unsinnig; albern
Englischabsurd; nonsensical; preposterous
Esperantoabsurda
Finnischjärjetön
Französischabsurde; déraisonnable
Isländischfáránlegur
Italienischassurdo
Katalanischabsurd
Lateinabsurdus
Papiamentoapsurdo
Portugiesischabsurdo; disparatado
Saterfriesischabsurd; fertroald; fläp; maal
Spanischabsurdo
Tschechischabsurdní; nesmyslný
Türkischabes; saçma
Ungarischabszurd; képtelen
Westfriesischabsurd; healwiis