Information über das Wort verzwakken (Niederländisch → Esperanto: atenui)

WortartVerb
Aussprache/vərˈzʋɑkə(n)/
Trennungver·zwak·ken

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) verzwak(ik) verzwakte
(jij) verzwakt(jij) verzwakte
(hij) verzwakt(hij) verzwakte
(wij) verzwakken(wij) verzwakten
(jullie) verzwakken(jullie) verzwakten
(gij) verzwakt(gij) verzwaktet
(zij) verzwakken(zij) verzwakten
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) verzwakke(dat ik) verzwakte
(dat jij) verzwakke(dat jij) verzwakte
(dat hij) verzwakke(dat hij) verzwakte
(dat wij) verzwakken(dat wij) verzwakten
(dat jullie) verzwakken(dat jullie) verzwakten
(dat gij) verzwakket(dat gij) verzwaktet
(dat zij) verzwakken(dat zij) verzwakten
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
verzwakverzwakt
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
verzwakkend, verzwakkende(hebben) verzwakt

Übersetzungen

Deutschdämpfen; abschwächen
Englischattenuate
Esperantoatenui
Portugiesischatenuar; reduzir a menos